In 2017 liet ik een knobbel in mijn linkerborst opnieuw onderzoeken. De punctie gaf aan dat het goedaardig was. Toch fluisterde mijn lichaam iets anders. Ik wist: dit moet weg. Dat gevoel redde mijn leven.
Na de borstsparende operatie bleek het gezwel allesbehalve goedaardig. Mijn borst zat vol met DCIS-graad 3, een voorstadium van borstkanker. Een grote schok, ook al had ik een slecht voorgevoel. Binnen een week moest ik kiezen: bestralen of amputeren. Ik koos er opnieuw voor om mijn intuïtie te volgen. Ik liet mijn borst amputeren en reconstrueren met eigen weefsel (DIEP). Achteraf bleek mijn hele linkerborst ziek en zat er ook in mijn andere borst een gezwel. Wat een ongeluk leek, werd mijn redding.
De operatie en het zware herstel
Binnen vijf weken lag ik al op de OK. De operatie duurde ruim acht uur.
Een intens moment van afscheid
Ik herinner me vooral het moment ervoor. Alleen in een volle wachtruimte van de OK. Huilende kinderen. Moeders die een keizersnede kregen. En ik, huilend met een hand op de borst waarmee ik mijn drie dochters voedde. Wetend dat dit de laatste momenten samen waren. Intens bang voor wat zou komen en tegelijk zeker: dit was de weg.
Het herstel was zwaar. Niet alleen fysiek, ik kon zes weken niet rechtop lopen, maar vooral emotioneel. En daar sprak niemand over. De nazorg ging over littekens en compressie-bh’s, maar niet over vrouwelijkheid of seksualiteit. Niemand die vroeg: hoe voelt dit voor jou, als vrouw? Terwijl daar juist de diepste pijn lag.
De stilte rond vrouwelijkheid en verlangen
Ik vluchtte destijds voor de mentale impact. Ik wilde door met leven. Ik voelde me eenzaam en zocht houvast. Zoals zoveel vrouwen na borstkanker wilde ik weten: ben ik nog aantrekkelijk? Ben ik nog vrouw? Het is een vraag die te vaak in stilte blijft. En die stilte kost vrouwen veel.
Daarbovenop kwamen nog meer diagnoses: uitgezaaide baarmoederhalskanker, acute myeloïde leukemie en een melanoom. Pas recent hoorde ik dat ik de Chek2-mutatie draag, die dit deels verklaart. Het maakte mijn pad nog zwaarder, maar ook helderder. Ik moest mijn leven op mijn voorwaarden gaan leven.
Acht jaar later voel ik me op en top vrouw. Nog meer dan voor de diagnose. Juist door alles wat mijn lichaam heeft doorstaan. Kanker heeft mij veel gekost, maar ook mezelf teruggegeven. Ik leef nu ongefilterd, niet langer om anderen comfortabel te houden, maar geworteld in wie ik ben.
Het moeilijkste: de eenzaamheid
Het moeilijkste was de eenzaamheid. Het gebrek aan mentale en emotionele ondersteuning. Het taboe op vrouwelijkheid en seksuele verlangens maakte mij stiller dan nodig en goed was.
Ik had gewild dat iemand had gezegd: het is normaal dat je je verloren voelt, dat je twijfelt aan je vrouwelijkheid en aantrekkingskracht, dat je hunkert naar bevestiging. Dat gesprek werd niet gevoerd. Ik betaalde daar een hoge prijs voor.
Mijn boodschap aan vrouwen die nu de diagnose krijgen
Luister naar je lichaam. Volg je gevoel, ook als de buitenwereld iets anders zegt. En vraag om hulp. Niet alleen fysiek, maar juist emotioneel en mentaal. Je hoeft dit niet alleen te dragen.
Want vrouwelijkheid houdt niet op bij de behandelingen of bij een amputatie. Verlangen is geen luxe. Het is de kern van mens-zijn. Dat gesprek moet open. Kanker leert je om in het nu te leven, om te voelen wat er wél is en om je eigen keuzes te maken. Voor mij werd dat: ik leef op mijn voorwaarden.
Een wens voor iedere vrouw
En dat gun ik iedere vrouw, met en zonder borstkanker. Dat je ondanks alles wat je meemaakt, je eigen kracht en vrouwelijkheid blijft voelen. Dat je jezelf terugvindt, misschien juist in een nieuw licht.
De Vuurvrouw
Dat is ook wat ik, samen met mijn ervaringen en de taboes rond kanker, vrouwelijkheid en verlangen, verwerkte in mijn boek De Vuurvrouw.